Ik ga al jaren niet meer met de auto naar Zuid-Frankrijk. Er is een uitstekende vliegverbinding vanuit Rotterdam naar Toulon-Hyères en ter plaatse heb ik toch geen auto nodig. Dat was ook een afweging toen ik vorig jaar afscheid nam van de Peugeot op diesel en voor een elektrische auto koos: ik hoef er toch geen 1300 kilometer op een dag mee te rijden.
Vliegen is leuk en snel, maar soms weer ook te snel. ’s Ochtends ben je nog in Nederland en in de middag lig je al te dobberen in de Middellandse Zee. De geleidelijke overgang naar een ander klimaat en ruigere landschappen miste ik wel wat. De frisse provençaalse geuren en het zingen van de cigales wanneer je zuidelijker komt waardeerde ik des te meer omdat je ze beetje bij beetje herontdekte.
En toen werden we geconfronteerd met COVID-19 en Transavia cancelde spontaan de vluchten in juli. Via Parijs vliegen was nog wel een optie omdat Air France wel op Toulon-Hyères vloog maar het beste alternatief leek toch de auto. De elektrische auto dus. Kennissen die ook elektrisch rijden ruilden deze om met een fossiele auto voor de duur van hun vakantie om horrortaferelen bij de laadpalen te voorkomen. Ik twijfelde. Iedere drie uur stoppen om op te laden zag ik niet zo zitten. Die 550 kilometer autonomie uit de folder haal je namelijk alleen maar in de folder. Aan de andere kant zou ik toch ieder anderhalf uur moeten stoppen voor Plouf, de golden retriever die prima mee gaat in het ruim van het vliegtuig maar vanaf het begin af aan een ontzettende angst heeft voor autorijden.
Uiteindelijk koos ik voor het avontuur: met de Tesla naar Zuid-Frankrijk. En om het relaxed te doen, niet opgejaagd te zijn, besloot ik om er voor de eerste keer in mijn leven twee dagen over te doen, met voldoende tussenstops om mens en dier blij te maken. De planner van de auto leerde mij al snel dat de eerste stop in Arlon zou zijn, vlak voor de grens met Luxemburg. En daarna in Metz, in Beaune, Valence en uiteindelijk Toulon (de laatste om de auto nog een laatste keer helemaal op te laden voordat de bestemming wordt bereikt).
En ach, alles deed het. De superchargers die werden aangegeven op het navigatiesysteem waren er ook en waren in werking. Er waren ook geen wachttijden. Het scherm op de auto gaf heel nauwkeurig aan met hoeveel procent we bij de volgende supercharger aan zouden komen. Toen er in de Ardennen door de heuvels wat batterijvermogen verloren ging kwam het advies om iets rustiger te rijden, hetgeen goed werkte. Geen stress dus. De auto denkt goed na.
Even stoppen onderweg bij die plekken waar je anders altijd in volle vaart voorbij scheurt omdat je geen tijd hebt, was een verademing. De Porte du Soleil en het fort van Mornas konden na al die jaren eens rustig bezichtigd worden.
Op de heenweg sliepen we in het Novotel van Valence-Sud, met uiteraard een supercharger op het terrein. Hoe relaxed is zo’n tussenstop wanneer je ’s avonds op een terras langs een beekje vol met bevers en eenden kunt dineren? Op de terugweg was het stadje Beaune aan de beurt. Ook het Mercure hotel aldaar heeft superchargers op het terrein en ligt ook nog eens op 5 minuten lopen van het prachtige historische centrum. In deze stad in de Bourgogne moet je wel even aan de fameuze wijnen proeven en op z’n minst de buitenkant van de middeleeuwse Hospices bezoeken. Wat langer over de reis doen heeft beslist z’n voordelen. En als je het op deze manier doet begint die vakantie daadwerkelijk op het moment dat je de voordeur van je huis achter je dichttrekt.
De superchargers langs de Autoroute du Soleil liggen wel een klein stukje van de snelweg af. Je moet dus even van de Péage af en door het poortje heen. Als je gebruik maakt van een BIP & GO is dat een kleine moeite. Met 30 kilometer per uur gaat de slagboom vanzelf open en hoef je niet eens te wachten. En hoe stoer is het niet om wanneer je weer invoegt op de snelweg, meteen na de slagboom, daar waar het mag, flink gas te geven. Binnen 3 seconden rijd je dan weer boven de 100 kilometer per uur en laat je alle andere auto’s achter je. Elektrisch rijden heeft naast wat nadelen ook zo z’n voordelen. Om maar te zwijgen van oplaadkosten versus benzine of diesel of van de belasting voor het milieu.
En als je mij nu na deze vakantie vraagt of ik volgend jaar ga vliegen of rijden, dan kies ik meteen weer voor rijden. Ik heb onderweg nog meer tussenstopjes gezien die ik wil aandoen en ik wil nog een keer naar Beaune. Dit jaar waren alle restaurants helemaal vol waardoor we (overigens heerlijk) in het hotel hebben gedineerd. Voor volgend jaar reserveren we vooraf een leuk restaurant in het centrum. En Plouf? Die vond het niet heel erg leuk in de auto maar ze genoot des te meer van de vele stops.
Helemaal eens Royan, een heerlijke auto!