Veertig jaar geleden verongelukte het muziekidool Claude François. In de jaren 60 en 70 stond hij voortdurend bovenaan de Franse hitlijsten en zijn muziek kreeg zelfs wereldfaam nadat hij het nummer ‘Comme d’habitude’ schreef. Dit lied kreeg later planetaire roem onder de titel ‘My way’. Aan het einde van zijn carrière lanceerde Claude François, die nog steeds vaak liefkozend Cloclo wordt genoemd, de discomuziek. Jong en oud worden vandaag de dag nog tot de dansvloer aangetrokken wanneer zijn discohits van toen uit de luidsprekers klinken.
Op 11 maart 1978 verongelukte Cloclo op 39-jarige leeftijd. Hij werd geëlektrocuteerd in de badkamer van zijn appartement in Parijs. 67 miljoen platen verder en 150 biografieën later is hij nog steeds de artiest die de muziekscene uit zijn tijd heeft gedomineerd en gemarkeerd. Zijn nummers worden nog immer gecoverd en zijn dood geldt voor veel Fransen als hét evenement uit dat jaar 1978.
Claude François bezat een buitenverblijf net ten zuiden van Parijs. Het was een oude middeleeuwse watermolen omgeven door een mooi park die hij vanaf 1964 helemaal liet verbouwen. In deze kleine oase van geluk bracht hij zijn weekenden door. Het dorpje Dannemois waar deze zich bevindt had hij onder andere uitgekozen omdat het dicht bij Parijs én dicht bij de snelweg lag. De afrit bevindt zich namelijk net voor de tolpoort van de A6, afrit 13 Milly-la-Forêt. Dat was slechts 55 kilometer rijden vanaf zijn appartement in de hoofdstad.
Het was hier, aan de rand van het buitenzwembad, dat hij in 1967 dat wereldberoemde ‘Comme d’habitude’ schreef. 2.000 artiesten waaronder Frank Sinatra namen het lied na hem op, in allerlei talen en versies. Het was ook hier dat hij af en toe kon genieten van een moment van rust en van privacy, dat hij heel even kon ontsnappen aan de roem en de hordes fans die hem overal achtervolgden. De residentie had echter 17 gastenkamers die in de weekenden vaak gevuld waren met vrienden uit de showbusiness. Heel veel rust gunde de artiest zich uiteindelijk niet.
Na zijn dood werd de zanger begraven in het dorpje. De molen bleef nog enige tijd bewoond door zijn moeder maar daarna raakte het domein beetje bij beetje in verval. In de jaren 90 uiteindelijk werd het landgoed opgekocht door een echtpaar, fans van Claude François, en die besloten om de molen en de tuinen in oude glorie te herstellen. De molen werd gerestaureerd, oorspronkelijke meubels werden teruggekocht of uit de opslag van de familie gehaald, en na verloop van tijd kreeg de Moulin de Dannemois zijn oorspronkelijke grandeur en splendeur terug. Het was alsof Cloclo even afwezig was en ieder moment kon verschijnen.
Vandaag is de watermolen open voor het publiek. Niet minder dan 400 bezoekers komen iedere week een kijkje nemen in het huis van de superster. Zijn slaapkamer is nog net als toen, in zijn badkamer staan zijn toiletartikelen uitgestald en de verschillende woonkamers zijn precies zoals hij ze heeft achtergelaten. Een klein museum toont kostuums en voorwerpen die hem hebben toebehoord. In het hoofdgebouw is nu ook een restaurant ondergebracht met een groot podium waarop regelmatig shows worden georganiseerd met een lookalike. Deze zijn al maanden tevoren uitverkocht. De Cloclomania, zoals deze wordt genoemd in Frankrijk, is nog lang niet ten einde. Claude François liep qua muziek zo voor op zijn tijd, dat de tijd hem nog steeds niet heeft ingehaald.
Op slechts 4 kilometer van de snelweg af, aan het einde van een weg die tussen de velden voert, ligt het dorp Dannemois. Daar ligt de kans om een intiem kijkje te nemen in het leven van Claude François, Frankrijks superster.
Deze maand verschijnt de eerste Nederlandstalige biografie over Claude François.