De snelweg A1 van Lille naar Parijs nodigt uit om de afstand met een snelheid van 130 kilometer per uur af te leggen. Het eerst vlakke landschap wordt glooiender en voor je er erg in hebt, ben je aangekomen bij de Boulevard Périphérique. Onderweg, verborgen langs deze oudere snelweg die werd aangelegd in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw, liggen vele pareltjes verscholen. Het zijn schoonheden die je pas ontdekt wanneer je een afslag neemt om daarna in de campagne een kortere of langere rustpauze in te lassen.
Vanaf Lille biedt afrit nr 11 (vanuit Parijs nr 9) de kans om een oude schoonheid te ontdekken. Hemelsbreed op zo’n 20 kilometer ten oosten van de snelweg, achter het bos van Compiègne, ligt Pierrefonds. Pierrefonds is een pittoresk dorpje van nog geen 2000 inwoners en is gelegen aan een meertje. Het meer is idyllisch, met terrasjes en restaurants aan de waterkant. Je kunt er zelfs roeibootjes huren om rustig en romantisch rond te dobberen terwijl je een prachtig uitzicht hebt op waar Pierrefonds echt bekend om is: het kasteel van Pierrefonds.
Kasteel Pierrefonds: ideaal om te bezoeken als tussenstop
Het kasteel van Pierrefonds werd gebouwd aan het eind van de 14e eeuw om vervolgens aan het begin van de 17e eeuw in opdracht van koning Lodewijk XIII grotendeels verwoest te worden. De koning wilde voorkomen dat het als uitvalsbasis zou dienen voor tegenstanders van zijn regime. Twee eeuwen lang raakte het kasteel verder in verval en de ruïnes werden langzamerhand vergeten, totdat Napoleon Bonaparte het opkocht. Zijn neef Napoleon III herstelde het naderhand in oude glorie. Dankzij de architect Viollet-le-Duc herrees het kasteel met behoud van zijn middeleeuwse buitenmuren. Binnen de muren ging de renaissance-stijl overheersen.
Het château is statig nu, en hoog, en wordt omgeven door acht imposante torens met in hun muren de beelden van onder anderen Alexander de Grote, Koning Arthur, Julius Caesar en de Bijbelse koning David. De ophaalbrug naar de ingang ligt erbij alsof hij ieder moment nog opgehaald kan worden en nadat je door de poort bent gelopen, word je verrast door de rijke architectuur van de binnenplaats. Het is meer paleis dan kasteel. Aan de rechterzijde is een kapel gebouwd en wanneer je de plaats oversteekt naar het standbeeld van Lodewijk I van Orleans op zijn paard en de daarachter gelegen trap, kun je het kasteel van binnen ontdekken.
Het kasteel in de huidige staat is nooit bewoond geweest. Tijdens de verbouwingen al werd besloten om het niet in te richten als keizerlijk verblijf maar om er een museum van de middeleeuwen in onder te brengen. Er staan geen dure meubels, de muren zijn niet versierd met goud of marmer en er hangen geen grote meesters aan de wanden. Maar de zalen geven wel een prachtig beeld van hoe dit kasteel had moeten worden: edel maar toch sober. In de kelder staan replica’s van de graven van de heersers van Frankrijk. De originele exemplaren zijn voornamelijk terug te vinden in de kathedraal van Saint-Denis. Deze kelderverzameling die levend wordt gemaakt met muziek, stemmen en beelden geeft een bijzondere en bijna macabere sfeer.
Een uur, twee uur misschien: dat is de tijd die je nodig hebt om in en om het kasteel te lopen. Bij de ingang kun je een Nederlandstalige brochure meekrijgen om niets te missen van de geschiedenis en het erfgoed. Een autoroute maant vaak tot haast, maar die vergeet je helemaal wanneer je de tijd neemt om hier even rond te wandelen en te ontdekken.
Royan van Velse is blogger bij Tussenstop.com. Zijn vrije tijd besteedt hij aan reizen, fotograferen, schrijven, sportduiken en vliegen. Het resultaat van de samenkomst van al deze activiteiten wordt op zijn website Ecritures weergegeven in de vorm van foto’s, verhalen en boeken. Hij is werkzaam als manager inkoop in de Gezondheidszorg.